Ontlucht je remmen alleen of met een vriend in 6 stappen

Gemiddeld wordt deze elke 2 jaar of 50.000 km vervangen, of wanneer een onderdeel van het remsysteem, zoals de remblokken, wordt gewijzigd. Ook het gebruik van het voertuig en het type ervan zijn van belang: als u graag het circuit op gaat, moet u uw remsysteem vaker controleren.

Om u te helpen bij het kiezen van het ideale vervangingstijdstip, moet u ook weten dat er testers bestaan ​​die het vochtgehalte van de remvloeistof kunnen meten. Hoe hoger het watergehalte, hoe sneller de remvloeistof opwarmt, wat leidt tot slechte remprestaties.

Ook de kleur van de vloeistof is een goede indicatie: bijna transparant als hij nieuw is, de remvloeistof neigt naar oranje, bruin of, erger nog, zwart als hij vervangen moet worden.Als u zich voorbereidt om de handeling uit te voeren en het remcircuit te ontluchten, moet u zich allereerst uitrusten:

• Een oliespuit om gebruikte remvloeistof op te zuigen
• Een bakje voor gebruikte remvloeistof, aangesloten op een transparante slang voor het ontluchten
• Een automatische vloeistofafvoer als u de handeling alleen wilt uitvoeren
• Een gereedschapskist (om de ontluchtingsschroeven los te maken)
• Handschoenen
• Remvloeistof die overeenkomt met de aanbevelingen van de fabrikant
• Een remmenreiniger komt altijd van pas (om het reservoir, de ontluchtingsschroeven schoon te maken of bij lekkage van remvloeistof in de motorruimte)​

Nadat u het betreffende reservoir heeft geïdentificeerd, opent u het en gebruikt u de injectiespuit om zoveel mogelijk gebruikte remvloeistof te verwijderen. Demonteer bij voorkeur het reservoir om het geheel schoon te maken, bijvoorbeeld met Bardahl Brake Cleaner.

Zet het schone reservoir weer in elkaar en vul het met nieuwe remvloeistof.

Voor bediening met twee personen gaat u direct naar stap 4.

Als je alleen bent, gebruik dan de automatische afvoer volgens de instructies.

We herinneren u aan het principe: nadat u de juiste tankdop hebt geselecteerd, sluit u deze aan op de daarvoor bestemde leiding door de moeren aan te draaien die voor afdichting zorgen. De transparante buis is verbonden tussen de dop en de fles. De andere slang, zwart, afkomstig uit de fles, moet worden aangesloten op het ventiel van een van de wielen of op het reservewiel. Let op, want de wieldruk mag niet hoger zijn dan circa 1,4 bar (1 bar is voldoende). Gebruik een manometer om vooraf de bandenspanning te controleren. Zodra de slang op het bandventiel is aangesloten, ziet u of het systeem strak zit. Pas nadat u er zeker van bent dat deze lekvrij is, kunt u een deel van de remvloeistof in de automatische ontluchtingsfles gieten (een lijn op de fles helpt u de juiste hoeveelheid remvloeistof te gieten). Plaats de fles vervolgens zo dat deze recht blijft en niet beweegt tijdens de operatie omdat het systeem nu onder druk staat.

Raadpleeg de handleiding van uw voertuig voor het ontluchtingsplan. Over het algemeen beginnen we met het wiel dat het verst verwijderd is van de hoofdcilinder, rechtsachter, en gaan we verder met het linkerachterwiel, rechtsvoor en ten slotte linksvoor. Het doel is om de ontluchtingsschroef op de remklauw of trommel te lokaliseren, de dop te verwijderen en een transparante pijp aan te sluiten, waarvan het andere uiteinde in een reservoir voor gebruikte remvloeistof terechtkomt. Soms moet u, om de ontluchtingsschroef te bereiken, eerst het wiel verwijderen of, op de vooras, draaien om de schroef te bereiken.

Als u de handeling met z'n tweeën uitvoert en u de ontluchtingsschroef losdraait, vraag dan aan uw partner om het rempedaal gelijkmatig in te trappen en het pedaal volledig terug te laten komen. Het is absoluut noodzakelijk om het niet te forceren om de hoofdcilinder van het remsysteem te behouden.

Als u alleen bent, oefent de automatische ontluchter druk uit op het circuit en komt de remvloeistof automatisch naar buiten. Als u merkt dat de vloeistof moeilijk wegloopt, aarzel dan niet om het rempedaal in te drukken.

Wanneer de leiding geen luchtbellen of onzuiverheden meer bevat en de remvloeistof transparant wordt, kunt u het bloeden stoppen en de handeling op de andere 3 wielen herhalen. Vergeet niet de ontluchtingsschroefdoppen te vervangen.

Vergeet niet het reservoir bij te vullen, want door te ontluchten heeft u remvloeistof verbruikt (respecteer altijd de dosering, zonder boven het maximumniveau of onder het minimumniveau te komen). Controleer ook de hardheid van het rempedaal voordat u weer de weg op gaat. Als het te zacht is of als het abnormaal ver zakt, betekent dit dat het ontluchten verkeerd is uitgevoerd of dat er nog lucht in het circuit zit.